Ik zit op mijn stoel en denk na. Als vanzelf trekken de laatste dagen voorbij aan mijn innerlijk oog. Mijn gedachten blijven hangen bij het koken gisteravond.
Ik stond in de keuken en maakte het lievelingseten van mijn kinderen klaar: pasta met zalmfilet en spinazie met Roquefort. Het gerecht is snel klaar, maar ik moet wel alle drie de pannen precies in de juiste timing opzetten en goed in de gaten houden, als ik wil dat alles tegelijk klaar is. Precies gaar, niet te lang en niet te kort gekookt en niet een deel al afgekoeld, omdat een ander deel nog niet klaar was. Dit lukte best goed gisteren en ik was trots op mezelf.
De jongens speelden om de hoek in de woonkamer. Lekker wild, zoals dat altijd gaat aan het einde van de dag. Een van hen stelt mij een vraag. Ik keek naar de woonkamer en zag de kussens van de bank op de grond liggen. Ik beantwoordde de vraag en voegde eraan toe: ‘Oh ajb, [naam] wil je de kussens op de bank terug leggen? Ik ben het echt beu. Ik heb ze vandaag al twee keer terug gelegd en heb geen zin meer om het straks nog een keer te moeten doen. En doe het netjes, ja? Zodat het er mooi uitziet.’
Niet bepaald geweldloos, denk ik nu. Zeker met die licht chagrijnige toon erbij. Mijn volgende gedachte is: ‘Waarom lukt het me niet om in dit soort situaties vanuit verbinding te communiceren?’
Omdat er op dat moment geen ruimte in mij is om in verbinding te gaan. Omdat ik niet in verbinding ben met mezelf. Ik realiseer me dat er continu een gedachte in mij aanwezig is, die zegt: ‘Er is zo veel te doen. Ik heb er geen zin in. Ik heb nergens zin in. Het is me allemaal te veel. Ik word geleefd!’
Het heeft vast iets te maken met de stres op school met toetsen en het werkstuk dat onze oudste moet schrijven. En zeker ook met dat ik sinds een half jaar door de weeks alleen voor mijn kinderen zorg. Ik mis vrijheid en ruimte, de vrijheid mijn dagen in te delen. Ik heb er heel erg van genoten toen mijn man vanuit huis werkte, dat hij regelmatig de kinderen kon ophalen, dat ik spontaan kon besluiten om in Utrecht te gaan dansen en het niet uitmaakte hoe laat ik thuis kwam. De kinderen waren tevreden, omdat papa thuis was. Nu moet ik altijd op tijd op het schoolplein zijn of oppas regelen.
Maar terug naar de situatie: ik was moe, een beetje blij, geïrriteerd en licht chagrijnig, allemaal tegelijkertijd. Ik had behoefte had aan eten, ondersteuning, samenwerking, verbinding en rust. En ik voelde me eenzaam.
Dat kon ik op dat moment niet zien. Er was geen ruimte voor. Ik nam geen ruimte.
Dit raakt iets in mij.
Het gaat heel ver terug. Ruimte innemen associeer ik met anderen afstoten en uitgesloten worden. Er is angst voor straf. Als ik me vroeger zo voelde, dook ik diep in mezelf en vond een plek waar ik me veilig voelde. Waar ik helemaal weggedoken zat, in een kast of commode. Zo nam ik geen ruimte in.
Ik neem dus geen ruimte in omdat ik bang ben. Bang voor straf en eenzaamheid.
Vandaar dat ik ‘word geleefd’! Die angst verlamt mij. Met die angst durf ik niet voluit te leven en ruimte in te nemen. Zo lang ik geen ruimte durf in te nemen, durf ik niet mijn behoeften te vervullen. Mijn behoefte aan ondersteuning, rust en vrijheid. Op het moment dat ik me dat realiseer, is er weer ruimte voor verbinding.
Als ik dit opschrijf, ontspant mijn lijf. Er is rust in mij en tevredenheid. Ik kan de wereld wel omhelzen.
Herken je dit? Wil je er ook achter komen, waarom jij geen ruimte inneemt of waarom het je niet lukt uit bepaalde patronen te stappen? Klik hier voor meer informatie over een coachingsessie bij mij. Vaak kan ik iemand met één bijeenkomst al een heel eind op weg helpen.
Wat een mooi en moedig verhaal! Ik herken de rust en blijheid en eindeloze energie als ik in mezelf ben op zo’n verbonden en diepe manier:).
Fijn ook dat je via je eigen ervaring een ander uitnodigt dit ook te doen. Niet iedereen kan dat of wil dat..of ervaart en voelt zo diep.
High five!!